In de Ridderhof, het ‘restaurant’ naast verpleeghuis De Burcht is het de ene keer vol bewoners van het verpleeghuis, de andere keer rustig. Vandaag lijkt het een rustige dag en spreek ik er René Hoeflaak, als projectleider verantwoordelijk voor het opzetten van het Wijkbedrijf in het Lage Land. Wat worden de doelen in Prins Alexander en in het bijzonder hier in Het Lage land? We spreken, met een bekertje koffie van de Ridderhof over de aanleiding van het Wijkbedrijf en de vraag “Wat is het wijkbedrijf eigenlijk?”.
“Het wijkbedrijf is hier in het Lage Land nog in oprichting”, begint Hoeflaak, die eerst de context van het ontstaan wil toelichten. Hij wijst op het bestaan van de ‘participatiesamenleving’. Die samenleving is een gevolg van een voornemen van de laatste twee Kabinetten om in te spelen op veranderingen in de wereld en in het bijzonder natuurlijk Nederland. Daarover zegt Hoeflaak, “We hebben een terugtrekkende overheid, waarbij iedereen nu wel op zijn of haar manier worstelt met de vraag ‘Hoe vullen we dat in?’”.
“Iedereen is bezig met het bedenken van creatieve oplossingen. Wat je ook ziet is dat er allerlei kruisverbindingen ontstaan, waar het wijkbedrijf ook op inspeelt.” Die verbindingen ziet René, binnen en buiten het sociale domein, en tussen de verschillende gebieden. Samenwerkingen zijn ook nodig in een ‘participatiesamenleving’. Dat is volgens hem ook het idee van het wijkbedrijf: een plek die “zorg, welzijn en ondernemerschap” met elkaar verbindt.
‘Het wijkbedrijf genereert energie om te gaan ondernemen’
“Het wijkbedrijf draagt bij aan het welzijn in het Lage Land, het vermindert zorgconsumptie en het ‘demedicaliseert’. Zo genereert het energie om te gaan ondernemen en is het een plek waar je komt om andere mensen te ontmoeten”.
In de visie van René is het een plek die lokaal ondernemerschap stimuleert. Waar bij de participatiesamenleving vaak gedacht wordt in termen van ‘zorg decentraliseren’ ziet Hoeflaak, die dit project uitvoert in dienst van VOF DOCK/Buurtwerk, de oplossing vooral in lokaal ondernemerschap. Het wordt duidelijk dat het wijkbedrijf dit moet ondersteunen en via mensen die zelf (weer) gaan ondernemen de zorgtaken elders ontlast doordat er minder een beroep op gedaan gaat worden.
Inmiddels is Aad de Kool langs komen lopen. De Kool is adviseur van de Raad van Bestuur bij de Leliezorggroep, de zorggroep die is gevestigd in het gebouw De Burcht. Hij is ook enthousiast twitteraar als het op zorgtaken en werk in de wijken aankomt. Na een enthousiaste begroeting vervolg ik het gesprek met René Hoeflaak over het concept van het wijkbedrijf.
‘Het maakt de mensen individueel ook zelfredzamer’
“Het is een plek die goed voor de lokale economie en goed is voor de wijk. Mensen gaan met elkaar ondernemen, gaan dingen van elkaar afnemen en dat maakt de wijk sterker. Dat kan hier maar ook op andere plekken in de wijk. Het doel van het Wijkbedrijf is immers het genereren van bedrijvigheid in het Lage Land in zijn algemeenheid. Dus dat kan op meerdere plekken. Zelfs digitaal. We hopen op korte termijn een website te lanceren ”. De invulling van het wijkbedrijf lijkt op deze manier goed aan te sluiten bij de ambities van de gemeente. Die heeft tenslotte ook de bulk van de extra taken op zich gekregen die nu niet meer door de landelijke overheid wordt uitgevoerd. “Het maakt de mensen individueel ook zelfredzamer”.
Het Wijkbedrijf: ‘Broedplaats van activiteiten voor ondernemers’
‘Er voor zorgen dat er minder zorg nodig is’, is eenvoudig gezegd een van de einddoelen van het wijkbedrijf, maar niet door zelf zorg te verlenen. Het wijkbedrijf wordt een ‘broedplaats’ voor ondernemers, zo is de bedoeling. En Hoeflaak hoopt niet alleen dat dat dan lokale ondernemers zijn, maar ook dat ze anderen in de wijk op die manier betrekken bij de bedrijvigheid en zo tegelijk ondersteunen.
Is het wijkbedrijf een initiatief van de gemeente? “Nee, het is wel iets dat de gemeente aanmoedigt, maar het is een initiatief vanuit de BSPA”. Dat ‘Buurtgericht Samenwerken Prins Alexander’ is een samenwerking van woningcorporaties en zorg- en welzijnspartners hier in Prins Alexander .“We hebben daarmee een plan uitgewerkt om zorg, welzijn en ondernemerschap te combineren”. Uiteindelijk is dit project ‘Het Wijkbedrijf Lage Land’ een initiatief van Buurtwerk, DOCK, de Lelie Zorggroep en Middin.
“Voor dat plan hebben we wel subsidie gekregen van de gemeente. Om het op te starten. Want het is wel de bedoeling dat het Wijkbedrijf zichzelf bedruipt. En dat we onze eigen ‘broek op kunnen houden’. Er zijn voor de ‘innovatie subsidieregeling’ 42 plannen ingediend bij de gemeente Rotterdam en daarvan zijn er uiteindelijk 12 goedgekeurd. En een van die plannen is dus de opzet van het Wijkbedrijf”.
Inspiratie uit andere plekken
In andere steden zijn ook al Wijkbedrijven, zijn dat initiatieven waar de opzet in het Lage Land een voorbeeld aan wil nemen? “Ik laat me vooral inspireren door andere plekken”, zegt Hoeflaak. “Mijn ideaal is vooral zoiets als de Fenixloods in Katendrecht”. Hij zegt daarbij wel dat de situatie uiteindelijk onvergelijkbaar is, “de omgeving is heel erg anders, en we zitten hier in een verpleeghuis en daar is een loods. Het is een uitdaging hier iets neer te zitten waarbij je ook van cliënt naar klant of ondernemer gaat”.
‘Het is een plek die we aan de bewoners van het Lage Land willen geven’
“In de Fenixloods komen mensen uit het hele land”, zegt hij verder. “Het is wel de bedoeling dat we hier lokale mensen bij betrekken en lokaal en kleinschalig ondernemerschap stimuleren”. En niet alleen met mensen uit het aangrenzende gebouw De Burcht, maar vooral ook met mensen uit de omgeving in het Lage Land. “Dus eigenlijk moet je het helemaal los zien te koppelen. Het is toevallig in dit gebouw. Maar het is een plek die we aan de bewoners van het Lage Land willen geven, en wat voor en door de bewoners is”.
“We willen het ondernemerschap ook uitvoeren mét cliënten”, Hoeflaak illustreert dat met het voorbeeld Bakkerij Vlinder, onderdeel van Middin . “Daar werken ook 13 mensen met een beperking, die helpen daar dan. Die hebben gelijk een veel hogere eigenwaarde, hebben een zinvolle, betekenis volle daginvulling en leren een vak. En wat zou het mooi zijn als we dat hier ook kunnen doen, kleinschalig. kleinschalig, voor en met mensen met dementie of verstandelijke beperking. Dan is het niet zo groot, het is overzichtelijk…”
‘Ik nodig mensen in het Lage Land uit om zich bij ons aan te sluiten’
Zijn er dingen waar je op aan wilt sluiten die hier al bestaan, of die je weer terug wilt brengen? “Als het aansluit bij wat ik noemde, goed voor de wijk, goed voor de zelfredzaamheid en als het ook zorg en ondernemerschap raakt, waarom niet?”. René vervolgt, “Nee, ik nodig mensen zelfs úit! Ik nodig mensen uit om zich bij ons aan te sluiten en de verbinding te zoeken”.
“We willen mensen verbinden en dat moet ook. Dat we elkaar op gaan zoeken”. Wil Hoeflaak met het wijkbedrijf dan ook aansluiting zoeken bij de herontwikkeling van De Alexanderknoop, bij Oosterflank, waar nu veel aandacht voor is? “Nou, ja, als dat past”, maar hij wil wel de bedrijvigheid echt naar het Lage Land halen. “Bijvoorbeeld met een visitors information centre. Een beetje een VVV, als mensen direct vanuit de trein de weg weten te vinden naar het Lage Land. Als ze hier de eerste informatie over Rotterdam krijgen. En geholpen worden door een bewoner van het Lage Land zelf”.
En wanneer gaat het Wijkbedrijf echt van start? “Mijn plan is, is dat we hier half april al met de eerste ondernemers gaan starten. En daar zijn ook al de eerste gesprekken mee”. Er lijkt nog wel wat te moeten gebeuren om van de Ridderhof een broedplaats van ondernemers te maken, maar Hoeflaak geeft aan tegen die tijd echt te willen beginnen. “Dan kunnen we in ieder geval ook al de eerste activiteit voor en met mensen met een beperking organiseren. Hier vanuit de Ridderhof, want dat is dus het middelpunt van het wijkbedrijf”.
“Uiteindelijk is sowieso het doel voor dit jaar dat wekelijks 200 bewoners, van het Lage Land, de weg naar het Wijkbedrijf weten te vinden. En dat die mensen ook activiteiten hebben ondernomen”. In mei wordt daarmee in ieder geval een begin gemaakt met een bijeenkomst voor bewoners.